Oorlogsschild. Gesneden van een plankwortel van de mangroveboom. Aan de bovenkant van het schild is een uitsteeksel gesneden. De versieringen vertonen gelijkenis met de neusversiering van de cymbium schelp, bipanew, een belangrijk koppensnellers- en statussymbool.

Graafstok van roodbruin hout, met aan de smalste zijde een uitgesneden knopje.

Boog van hout van de nibungpalm. De boog is breed in het midden en loopt enigszins spits naar de uiteinden. De rotan boogpees wordt met een speciale knoop aan de uiteinden van de boog bevestigd. Voor het afschieten van pijlen bij de jacht op wild, gevogelte, vissen. In het verleden ook wel gebruikt bij oorlogshandelingen.

Speer van hardhout of palmhout. Opvallend onderdeel van de speer is het brede rechthoekige blad dat boven en onder schuin afloopt naar de schacht. Het blad is versierd met ajour snijwerk van sterk gestileerde voorouders of bidsprinkhanen. Speren als deze waren vroeger algemeen in gebruik als oorlogswapen.Tegenwoordig veelal meegedragen door mannen tijdens ceremonie, feest en dans. Vervaardigd ofwel voor de Westerse markt ofwel voor ceremonieel gebruik.