Tasje met draagband voor het bewaren van tabak, geld, amuletten e.d. Gevlochten van boombastdraad in luswerk techniek. De draagband, eveneens in lussteek, is apart aan het taksje vastgemaakt. Het tasje is aan één zijde versierd met paars- en oker gekleurde banen. De andere zijde van de tas heeft een patroon van zwart gekleurde rechthoekjes. De lengte van de draagband is 54 cm, de breedte ervan 0,5 cm. De hoogte van het tasje is 14 cm, de breedte ervan 22 cm.

Tasje met draagband voor het bewaren van tabak, geld, amuletten e.d. Gevlochten van boombastdraad in luswerk techniek. De draagband, eveneens in lussteek, is apart aan het tasje vastgemaakt. Het luswerk van het tasje bestaat uit zwart- en oker gekleurde banen. De lengte van de draagband is 40 cm, de breedte ervan 1,5 cm. De hoogte van het draagtasje is 16 cm, de breedte ervan 23 cm.

Een klein draagnet met een kotte draagband. Mogelijk gebruikt door jonge meisjes. Het draagnet is gemaakt van boombastdraad uitgevoerd in een lussteek. Het draagkoord is er apart aan bevestigd en in dezelfde techniek uitgevoerd. Van de versiering met zwart en oker gekleurde banen, zijn gedeelten van het draad van het luswerk omwikkeld met geel en roodbruine orchideebast. De lengte van de draagband is 12 cm, de breedte ervan 0,5 cm. De hoogte van het draagnet is 26 cm, de breedte ervan 30 cm.

Gebruikt door vrouwen voor het vervoer van knollen, bosproducten e.d. Het draagnet wordt op de rug gedragen met de band om het voorhoofd. Het draagnet is gemaakt van boombastdraad uitgevoerd in een lussteek. Het draagkoord is er apart aan bevestigd en in dezelfde techniek uitgevoerd. Het luswerk is versierd met zwart- en oker gekleurde banen. De lengte van de draagband is 73 cm, de breedt ervan 2,5 cm. De hoogte van het draagnet is 36 cm, de breedte ervan 46cm.

Bestaande uit een steel en een plat, breed uitlopend blad. Hout. De spatel wordt gebruikt bij de bereiding (roeren) van sagopap. De ronde steel is versierd met snijwerk bestaande uit vier gestapelde ringen met daarop een gestileerd mensenkopje. In de bovenkant van het platte deel van het blad zijn ranken-of spiraalachtige motieven uitgesneden. Het lijkt erop of het snijwerk niet voltooid is, omdat met een soort pen enkele motieven zijn getekend. De lengte van het platte deel is 25 cm, de breedte ervan is 6 cm.

Houder. Gebruikt voor het bewaren van kalk, een belangrijke ingrediënt voor de betel(sirih)pruim. Aan de bovenkant is een kleine opening voor de likstok waarmee tijdens het pruimen kalk in de mond wordt toegevoegd. (de likstok ontbreekt). De kalebas is versierd met spiraalmotieven en vogelfiguren. De versiering is in de oppervlakte van de kalebas gebrand, waardoor deze zwart gekleurd is.

dansatribuut van paradijsvogelveren

Gevlochten armband van bastvezel. De armband is nog in vlechtfase, waardoor de techniek goed te zien is. De armband wordt aan de bovenarm gedragen en in de laatste bewerkingsfase aan de arm zelf gevlochten.